zondag, februari 12, 2012

Bulletje en Boonestaak Schaal


Het Stripschap gaat me op de Stripdagen in Gorinchem (10 en 11 maart) verblijden met
De Bulletje en Boonestaak Schaal 2012

En dit heeft het Stripschap in hun persbericht over me te vertellen:

Er is geen tekstschrijver in Nederland die met zoveel striptekenaars heeft
samengewerkt als Patty Klein. Zij schreef de afgelopen 45 jaar scenario’s voor o.a.
Jan van Haasteren, Jan Steeman en Gerrit de Jager, maar ook voor Thé Tjong-
Khing, Aloys Oosterwijk en Eric Heuvel. Daarmee heeft zij een grote bijdrage
geleverd aan het beeldverhaal in Nederland en de professionaliteit van het vak van
stripscenarist. Hiervoor kreeg zij in 1980 van Het Stripschap al de P. Hans
Frankfurtherprijs voor bijzondere verdiensten.
Patty Klein is een babyboomer. Zij werd geboren op 25 januari 1946 in Den Haag.
Van jongs af aan had zij twee grote liefdes: dieren en dichten. Als kind schreef ze
schriften vol gedichten en had ze thuis een huis vol dieren. Na de middelbare school
koos ze voor een studie biologie, maar tijdens haar studie reageerde ze op een
advertentie voor een tekstschrijver van de Toonder Studio's. Haar sollicitatieopdrachtwas een verhaal voor de Tom Poes-balloonstrip in het weekblad DonaldDuck. Ze schreef Tom Poes en de woelwater, een verhaal dat meteen werd
gepubliceerd. In 1966 stopte zij met haar studie en werd fulltime stripschrijfster. BijToonder kon zij volop over (weliswaar pratende) dieren schrijven, zoals Tom Poes,
Panda, Polletje Pluim, Yogi Beer en de Grote Boze Wolf.
Na de leerschool bij Toonder Studio's schreef Patty strips voor jeugdbladen als
Donald Duck, Okki, Taptoe, Pep, Sjors, Eppo en Tina en werkte met striptekenaars
als Dino Attanasio, Börge Ring, Piet Wijn, Thé Tjong Khing, Robert van der Kroft, Jan
Steeman, Gerrit de Jager en Jan van Haasteren. In 1978 richtte zij samen met een
aantal collega's het satirische stripblad voor volwassenen De Vrije Balloen op.
In de jaren negentig werd zij door de studio van Willy Vandersteen benaderd voor het
schrijven van de scenario's van een nieuwe strip over het popje van Wiske,
Schanulleke. Samen met tekenaar Eric de Rop verzon zij tien jaar lang haar
avonturen.
Voor het meisjesblad Tina schrijft Patty al zevenendertig jaar de strip Noortje, die
getekend wordt door Jan Steeman. Daarmee is Noortje de oudste Nederlandse strip
die nog steeds door dezelfde schrijver en tekenaar wordt gemaakt. Van Noortje zijn
inmiddels 24 stripalbums verschenen. Met Gerard Leever maakte zij een 50+ strip
voor het blad Camee, Ria en Rinus, en een jaar lang een wekelijkse strookstrip voor
de Provincie Gelderland om het openbaar vervoer te promoten. Voor de Toonder
Compagnie schreef ze in 2003 het scenario voor een Tom Poes-strip voor de
farmaceutische industrie, Tom Poes en de Smetvrezers, getekend door Wil
Raymakers.
Ook veel ander werk van Patty Klein is in album verschenen, zoals Schanulleke, Erik
en Opa, Sjaak en oom George, Baron van Tast, Distel, Trollenverhalen, Annemoon,
Johnny Goodbye enz. Met Aloys Oosterwijk maakte ze een stripalbum voor de
Sociale Dienst Amsterdam en met Eric Heuvel een stripalbum voor het Gemeentelijk
Vervoerbedrijf Amsterdam.
Haar meest recente werk is een stripalbum over discriminatie voor de Anne Frank
Stichting met striptekenaar Eric Heuvel, winnaar van de Stripschapprijs 2012, een
manga strip met Marlon Theunissen voor het blad P@per en een herrijming van een
selectie uit Der Naturen Bloeme, de oudste natuurhistorische beschrijving (1270)
door Jacob van Maerlant, waarvan op de tentoonstelling 'Leuven stript' in het voorjaar van 2012 werk, geïllustreerd door Dieter van Ougstraete, wordt getoond.
Naast haar stripwerk publiceert ze als Patty Scholten sinds 1990 gedichten, die vaak
dieren als onderwerp hebben. Haar gedichten worden uitgegeven door Uitgeverij
Atlas. Er zijn inmiddels acht bundels verschenen, waaronder het autobiografische De
ziel is een pannenkoek. Zij ontving twee nominaties voor de VSB-poëzieprijs en werd
in 2005 genomineerd voor Dichter des Vaderlands.



View My Stats

zaterdag, februari 04, 2012

Walvisvakantie


Uit logeren


Mijn bed twee aangeschoven, trijpen stoelen.
Bij oma in Den Haag was ik logé.
Daar lag ik ’s zomers, dromend van de zee.
Niet van het duinpad af! En ook niet woelen

in duinzand, waar je ‘n oude mijn kon voelen.
Vooral niet met de vreemde mannen mee.
Opa was dirigeren in Carré
of met zijn minnaressen aan het kroelen.

De oude buurt. De kerk is flink gekrompen.
De heg - ooit neushoog - nu tot aan mijn knie.
Geen bakkerskar, geen man die roept om lompen.

Ik ben weer kind. Ik hoor de kerkklok slaan.
Het huis is leeg. Geen stem van oma die
me binnenroept voor ’t snoepje, levertraan.



View My Stats

vrijdag, februari 03, 2012

Ottavio





Hij moest de hoorn spelen, vaders verlangen
voor zoon Ottavio van amper zes.
Diens lippen bol van blaren na de les.
Toen werd de hoorn door een fagot vervangen.

‘Dat ding was even groot als ik.’ Maar bang en
geboeid zette hij door. Hij kreeg succes,
blies trots Mozart’s fagotconcert in bes,
het evenbeeld van pa met bolle wangen.

Nu speelt hij ’t Stabat Mater van Poulenc,
De figlio doloroso die papa
pannetjes eten bracht als kind. Ik denk:

een oude man verschonen was zijn lot.
Het koor weeklaagt. Hij volgt de rouwzang na.
Er stijgen zwanen op uit zijn fagot.






View My Stats