zondag, september 16, 2007

Grote krijgsheren


Trompetten scheuren. Bergen rukken op.
In wolken stof blijken de bergen dieren:
een leger olifanten uit Kasjmir en
ze zijn geharnast, helmen op hun kop.

De vijand krimpt tot bange ledenpop
voor slurven die met stalen ballen zwieren.
De beesten dragen platforms vol lansieren.
Het Griekse leger vluchtte in galop.

Beviel het ze om zo woest rond te tetteren,
mensen als rijpe pruimen te verpletteren,
hun neus gegroeid als bij Pinokkio?

Misschien was het net zo’n huzarenstukje
als in het circus klimmen op een krukje,
een XXL tutu om hun popo.
Posted by Picasa

woensdag, september 05, 2007

Hansken





Hansken

“Hansken den Olyphant is mynen naem,
In veel Landen heb ick groote faem.”


Zijn neus hangt af tot op zijn lemen voeten.
Het vel van grijs gekreukeld crêpe de chine.
Buit uit Ceylon van Heren Zeventien.
Publiek komt hem begapen en begroeten.

Hij hoorde buikgerommel, machtig toeten.
Hij had nog nooit een olifant gezien
(wat Pliniaanse draakkoppen misschien).
Nu kwam hij hier het fabeldier ontmoeten.

Rembrandt benutte deze buitenkans ten
volle. Hij tekende bevlogen Hansken,
de elastieken slurf, het floddergrijs.

Je kunt zien dat de dikhuid hem bekoorde.
Hij beeldde Hansken daar af waar hij hoorde:
Bij Adam, Eva, in het paradijs.






Posted by Picasa

zaterdag, september 01, 2007

Blafjas


De blafjas

De natneus trok een hondenkar, gekweld
door schoffies, schurft en vlooien, ruwe bazen.
Ook vangt de blafjas inbrekers en hazen,
doet alles voor de mens, zijn grote held.

Op Schiphol snuffelt Sara naar zwart geld
en Saffie zit op rookwaren te azen.
Bij een lawine komt –’t zal niet verbazen -
een kwispelend cognacvat aangesneld.

Argus lag bij de poort, stokoud, vol zweren,
rekte zijn leven door één grote wens:
Odysseus terugzien. Toen kon hij creperen.

Laika ging naar de sterren met wat pens.
Men kon de Spoetnik 2 niet terug doen keren.
Een hond brandt echt van liefde voor de mens.
Posted by Picasa